De witte dorpjes waar Andalusië zo bekend om is, worden Pueblos Blancos genoemd en bevinden zich voornamelijk in de provincies Cadiz en Malaga.

De Moren regeerden van de achtste tot de vijftiende eeuw over grote delen van Spanje.
Toen de Spanjaarden hun land in de dertiende eeuw weer opeisten en begonnen met hun Reconquista (herovering), vluchten vele Moorse boeren de bergen in en bouwden hier hun witte huisjes met dikke muren, kleine raampjes en ronde schoorstenen die tot op de dag van vandaag te bewonderen zijn.

Een nieuwe lente, een nieuw verfje

De dorpen worden inmiddels gekoesterd door de huidige bewoners. 
 Ieder voorjaar worden de huizen weer overnieuw witgekalkt en zo luiden ze traditioneel het nieuwe voorjaar in.
De dikke muren zorgen voor goede isolatie, de kleine ramen voorkomen dat er teveel zonlicht in het huis kan komen en de fel witte verf kaatst het warme zonlicht weer terug. Op deze manier is het zowel in de zomer als in de winter aangenaam wonen in deze witte huizen.

‘Pueblos Blancos’: autorondreizen door Andalusië.

Tijdens de Reconquista, dienden de ‘Pueblos Blancos’ tevens als fort en bij praktisch ieder dorp vind je wel een bijbehorende burcht en dikke, sterke stadsmuren.
 Vanaf hun hoge positie in de bergen waren de vijanden van veraf te traceren en de dorpjes konden zich op deze wijze, lange tijd zeer goed verdedigen. 
Toen uiteindelijk ook de laatste Moor verjaagd was uit Andalusië, bleven de witte dorpjes lange tijd onbewoond en werden pas later herbevolkt door Spaanse boeren.

Veel is er bewaard gebleven uit de Moorse tijd. 
Wandel maar eens op je gemak door de smalle en vaak steile straatjes en het zal je opvallen dat het nog steeds Moors aandoet.
 Alles in de architectuur herinnert je aan de dagen van weleer.
 Inmiddels zijn de Pueblos Blancos’ razend populair bij de vakantieganger en je kan zelfs autorondreizen maken die je door tal van deze dorpjes en natuurparken voeren.

De bekendste ‘Pueblos Blancos’ zijn : Grazalema, Arcos de la Frontera en het beeldschone Ronda.

Een laat middagzonnetje beschijnt de bleke kalkmassieven. Witte dorpjes lichten op in het bloemrijke heuvelland. Zilverkleurige olijfbomen werpen hun schaduw op de weg. De heuvelruggen van Andalusië bieden schitterende mogelijkheden tot onvergetelijke autoritten en fietstochten.

Rotstekeningen, Moorse dorpjes en Romeinse bouwwerken vormen hier het culturele erfgoed. Ontelbare olijfbomen omringen spectaculaire kloven, uitgesleten door woest stromende rivieren. Steeneiken, kurkeiken en citrusbomen vormen een erehaag langs uw pad.

Bezoek het hoog gelegen Ronda, met één van de mooiste arena’s van Spanje en een prachtig uitzicht op de Sierra de Grazalema. Dit natuurpark kan je naar keuze te voet of op de fiets verkennen.

De witte dorpjes Benaocaz en Zahara  ademen nog die typisch Moorse sfeer. De burcht van de laatste torent als een robuust baken boven het stadje uit.

Dichter in de buurt van Ojén zijn, behalve Ojén zelf, verschillende witte dorpjes die de moeite van een bezoek waard zijn. In combinatie met een prachtige wandeling, bijv. Istan of  Tolox.

Verderweg in combinatie met een autorit door het achterland: Casares en Gaucin (richting Estepona). En een bezoek aan het toeristische plaatsje Mijas (richting Fuengirola) is leuk, bijvoorbeeld in combinatie met een lunch.

Aan de Costa de la Luz, is het plaatsje Vejer de la Frontera, mooi om te bezoeken. Zeker als dit wordt gecombineerd met een verblijf in Hotel la Casa del Califa.