Oude vestingen op steile rotsen, prachtige kerken en Moorse paleizen vertellen over een gemeenschappelijk islamitisch-christelijk verleden. Zowel de grotere steden als de kleinere pueblos blancos hebben veel moois te bieden. En op de plaatselijke pleinen trekt het Spaanse leven aan je voorbij.

Het oude gedeelte van de stad Marbella is de moeite van een bezoek waard. Kleine witte straatjes omsluiten rustige pleintjes, oude kerken en de muren van een kasteel, daterend uit de 9e eeuw. Overal zijn leuke restaurants of ga op pad langs de cafés om her en der wat tapas te eten.

Met de komst van het Picassomuseum in 2003 is de stad Málaga een toeristische opmars begonnen. Veel oude panden in de binnenstad werden opgeknapt en veel jonge ondernemers startten met nieuwe winkels en restaurants. Momenteel wordt druk gebouwd aan een uitgangszone in het havengebied. Vanuit Malaga kun je fietsend naar het oude vissersdorp Pedregalejo, om daar aan het strand lekker een visje te eten.

Ook goed te bereiken voor een dagbesteding is de stad Granada. Hier ligt het belangrijkste Moorse erfgoed, het sprookjesachtige Alhambra, een oud Nasriden-paleis. Naast het Alhambra ligt het Albaicin, een Moorse wijk met een wirwar van smalle straten.

Ook een autotocht door prachtige natuur, langs verschillende pueblos blancos en een bezoek aan de stad Ronda, gelegen boven een kloof op 165 meter hoogte, is leuk voor een dag. Ronda herbergt de oudste arena van Spanje.

De moeite waard om te bezoeken zijn Gibraltar en de stranden en het stadje Tarifa.

De stad Cordoba, ooit de op één na grootste stad van de wereld. Uit deze tijd, de 10e eeuw zijn tal van monumenten overgebleven in het oude centrum. De beroemdste is de Mezquita, een moskee waarin later een kathedraal werd gebouwd. Rond deze moskee bevindt zich de Juderia, met tal van restaurants en cafés.

Sevilla, stad met vele gezichten. Een prachtige kathedraal met ernaast de Giralda, het Alcazar en de Tore del Oro, zijn de belangrijkste bezienswaardigheden. Paleizen en kerken, parken en pleinen, steegjes en binnenplaatsen, jasmijngeur en sinaasappelbloesem, stierengevechten en flamenco, levendige drukte en dromerige stilte. En in de avond als toegift nog eens slenteren door de Barrio de Santa Cruz. Dit is Spanje!

Hoewel binnen een dag te doen, is het handiger om Sevilla en Cordoba in een twee-daagse rit te bezoeken. Het zou jammer zijn deze steden niet in de avond te bezoeken. In de ochtend en na de siësta komen deze steden tot leven.

Vooral in het voorjaar zijn er verschillende festivals in de diverse steden: Iedere stad heeft zijn eigen Feria, beroemd zijn de Feria van Sevilla en Jerez en natuurlijk de Semana Santa met grootse processies, in heel Andalusie. Andalusie kent veel tradities, die nog altijd leven, ook in de kleinere pueblos.